Het Klompenmuseum staat dit seizoen in het teken van de Franse klomp
Het museum is uniek in zijn soort. Wereldwijd zijn er slechts een tiental klompenmusea, maar die van Goor springt eruit vanwege de grootte van de collectie, vooral door de vele bijzondere tentoongestelde modellen.
Het is nu helemaal uniek. Er is een expositie ingericht die alleen dit jaar te zien zal zijn. Het betreft klompen uit Frankrijk, vroeger het grootste klompenland, maar daar is nu weinig meer van over. Echter, van wat er is overgebleven staat nu bijna het mooiste deel in Goor. Het betreft klompen van het uiterste noordoosten (Elzas) tot het uiterste zuidwesten (Les Landes).
Ook de Fransen hadden klompen zoals we in Nederland gewend zijn, blank, geschilderd, hoge kapklompen of lage met een riempje erover, de zogenaamde trippen of tripklompen. En vooral de Franse trippen zijn het die opvallen. De versieringen, het snijwerk, zijn soms uitbundig, ongeëvenaard. Sommige trippen hebben daarbij ook nog leren bandjes die met veters aangesnoerd kunnen worden. Dat is nu allemaal te zien in het Klompenmuseum van Goor. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de bruidsklompen uit de Pyreneeën, waaraan een mooie legende verbonden is, of de trippen die overdwars zijn doorgezaagd en daarna scharnierend zijn gemaakt, of de trippen die zijn gemaakt als proeve van bekwaamheid om de titel meester-klompenmaker te krijgen.
Nieuwsgierig geworden?
Bezoek het museum gelegen naast de bekende Braakmolen.